De inschrijvers voegen bij hun offerte het volgende:
A/ Het UEA (Uniform Europees Annbestedingsdocument) ingevuld en ondertekend
B/ Naleving van art. 68 van de wet van 17 juni 2016 en art. 62 van het “plaatsingsbesluit”:
De inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 voegt bij zijn deelnemingsaanvraag
een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waaruit blijkt dat hij voldoet aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn sociale zekerheidsbijdragen.
De inschrijver die personeel uit een andere lidstaat van de Europese Unie tewerkstelt dat niet hierboven wordt bedoeld, sluit een attest in dat werd uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid en dat bevestigt dat de inschrijver voldoet aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn sociale zekerheidsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar
hij gevestigd is.
Het attest heeft betrekking op het laatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor ontvangst van de offertes.
C/ Naleving van art. 68 van de wet van 17 juni 2016 en art. 63 van het “plaatsingsbesluit”:
De inschrijver voegt bij zijn aanvraag tot deelneming een attest waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn beroepsmatige
fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Het attest heeft betrekking op de laatste afgelopen fiscale periode vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes.
Voor een Belgische inschrijver moet het attest afkomstig zijn van de FOD Financiën.
D/ De eventuele corrigerende maatregelen bedoeld in art. 70 van de wet van 17 juni 2016
Overeenkomstig artikel 39 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 waarin wordt bepaald dat in de opdrachtdocumenten het toepassingsgebied van de verklaring op erewoord kan worden verruimd, verklaart de inschrijver door de indiening van zijn
offerte:
op erewoord in het bezit te zijn van de onderstaande documenten of zich ertoe te verbinden ze op eenvoudig verzoek van de aanbesteder binnen een termijn van 10 dagen te bezorgen (deze documenten worden gevraagd ingeval de inschrijver in aanmerking komt voor de gunning van de opdracht
1. Strafregister
Uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document dat is afgeleverd door een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie van het betreffende land.
De statuten en vennootschapsakten waarin alle leden met een beslissingsbevoegdheid binnen de onderneming worden aangesteld
De uittreksels uit het strafregister of elk gelijkwaardig document dat is afgeleverd door een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie van het betreffende land van elke natuurlijke persoon met een beslissingsbevoegdheid die door de
statuten en vennootschapsakten werd aangesteld.
2. Bewijs van afwezigheid van faillissement
Een door de bevoegde instantie van het betreffende land afgeleverd bewijs dat aantoont dat de inschrijver niet in staat van
faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat,
of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, er voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie
aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen.