De minimale vereisten qua technische en beroepsbekwaamheid zijn:
• aantonen dat de inschrijver over de nodige expertise beschikt op de opdracht(en) te kunnen uitvoeren;
• aantonen dat voldoende capaciteit aanwezig is om opdrachten direct aan te vangen, alsook de beschikbaarheid van vervangers;
• het beschikken over de vaardigheden om communicatie te voeren met doelgroepen.
De inschrijver bewijst zijn technische en beroepsbekwaamheid aan de hand van:
• een selectie van de 3 voornaamste diensten van de laatste 5 jaar met aantoonbare relevantie voor de uitvoering van deze opdracht. Omdat dit soort opdracht tot vandaag weinig op de markt gezet werd en om toch het mededing niveau te waarborgen, verlengt de aanbestedende overheid de periode van 3 tot 5 jaar.
• Van deze opdrachten wordt een attest van de opdrachtgever m.b.t. de goede uitvoering voor-gelegd;
• de competenties die worden aangeboden in het team worden opgelijst, waarbij de uitvoerders van de opdracht nominatief worden weergegeven. Er wordt tevens aangegeven of deze perso-nen beschikbaar en inzetbaar zijn voor deze opdracht tijdens de periode voorzien voor uitvoe-ring van de opdracht. Er wordt aangegeven of de coördinator en eventuele diverse deskundi-gen vervangbaar zijn door andere personen met tenminste dezelfde capaciteiten (gelet op de noodzakelijke continuïteit van de opdracht). Vervanging kan slechts gebeuren na voorafgaan-de goedkeuring door het Kenniscentrum Vlaamse Steden;
• voor de personen die deel uitmaken van het team moet ervaring aangetoond worden door het toevoegen van Cv’s. Het betreft wel degelijk de ervaring van de ingezette personen en niet van het ganse bureau.
De inschrijver verklaart op het UEA of hij al dan niet voldoet aan de selectiecriteria. De voor te leg-gen stukken dienen niet aan het UEA te worden toegevoegd maar zal de aanbestedende overheid op-vragen indien noodzakelijk. Zie 4.7. voor meer informatie over het UEA.